Doordat de ziekte van Dupuytren kromstaande vingers veroorzaakt, wordt deze ziekte ook wel de koetsiersziekte genoemd. Patiënten met een koetsiershand door Dupuytren ervaren meestal geen pijn, al kan de stand van de vingers wel hinderlijk zijn. Een koetsiershand kan ook niet voorkomen worden, doordat de strengen in de hand spontaan ontstaan. Bovendien kan er ook een erfelijke aanleg voor deze ziekte zijn.
De ziekte van Dupuytren is vaak enkel met een operatie te verhelpen. Hierbij wordt in een zigzagpatroon de onderhuidse streng doorgesneden waardoor de vingers weer vrij kunnen bewegen. De ervaringen na een operatie bij de ziekte van Dupuytren zijn vrijwel altijd positief. Met een relatief kleine ingreep kunnen patiënten de beweeglijkheid in hun hand en vingers weer terugkrijgen. Tegenwoordig is er voor de ziekte van Dupuytren ook een alternatieve nieuwe behandeling mogelijk, waarbij er niet geopereerd hoeft te worden. Hierbij worden plaatselijk enzymen geïnjecteerd, waardoor de strengen (koorden) die in de hand zijn ontstaan afgebroken worden. Dit heeft als voordeel dat er minder snel wondvorming optreedt en dat dagelijkse handelingen snel weer hervat kunnen worden. Hiermee verdwijnen echter alleen de strengen in de hand, de knobbels blijven nog aanwezig. Een chirurg zal bepalen voor welke behandeling u het beste in aanmerking komt.