In principe kan iedereen een trigger finger krijgen. De aandoening komt echter het meeste voor bij vrouwen in de leeftijd van 45 tot 65 jaar en bij patiënten met reuma of diabetes. De ringvinger en de duim zijn de vingers waarbij een trigger vinger het meeste voorkomt. Deze aandoening kan echter bij iedere vinger ontstaan.
Het is nog onduidelijk waardoor een trigger finger wordt veroorzaakt. Overbelasting van de vinger is een mogelijke oorzaak. Denk dan bijvoorbeeld aan het gebruik van kniptangen of andere gereedschappen die een lokale druk in de hand geven. Veel repeterende bewegingen met de vingers, niet noodzakelijk met veel kracht, kunnen reden voor de klacht zijn.
Een triggerfinger is zowel operatief als niet-operatief te behandelen. Hierbij kan gekozen worden voor een spalk of corticosteroïden-injectie. Een goed uitgevoerde shockwave behandeling kan ook resultaat geven.
Daarnaast is het mogelijk om verschillende behandelingen te combineren. Zo kunnen bijvoorbeeld injecties, fysiotherapie en rust samen een groot verschil maken.
Welke behandeling (of combinatie van behandelingen) de beste optie is voor u, hangt af van de ernst van de aandoening en van uw persoonlijke voorkeuren. Het is slim om advies te vragen bij een specialist, die kan kijken naar uw letsel en u kan voorzien van meer informatie. In de onderstaande tekst vertellen we u kort meer over de verschillende niet-operatieve behandelingen van een trigger finger.